Raster
Een kruissteekpatroon is een raster dat bestaat uit kleine vierkantjes. Elk vierkant op het raster vertegenwoordigt een vierkant op je borduurstof. Het raster is onderverdeeld in 10 x 10 vierkantjes gescheiden door dikkere lijnen om het tellen makkelijker te maken.
Middenmarkering
De eerste stap is om het midden van het patroon te vinden. Volg de pijlen bij (1), waar ze elkaar kruisen is het middelpunt. Soms zijn de middenlijnen aangegeven met een rode lijn. Je begint altijd met borduren in het midden van het patroon. Daardoor kom je nooit stof te kort als je de stof op de goede maat hebt geknipt.
Nummers
Langs het raster staan meestal ook nummers. Deze maken het gemakkelijker om te tellen terwijl je aan het borduren bent.
Telfouten kunnen gebeuren maar het is een hele klus om ze recht te trekken. Het devies is daarom:
Twee keer tellen, één keer steken
Symbolen
Elk vierkant met daarin een symbool is gelijk aan één kruissteek, dus (2) bevat drie steken in drie verschillende kleuren. De draadlegenda (3) in het patroon toont de symbolen die overeenkomen met elke kleur.
Wat voor steek?
De meest voorkomende steek is de kruissteek. Als het vierkant op het patroon een symbool bevat dat het volledige vierkant beslaat, is een volledige kruissteek vereist.
Een andere veel voorkomende steek is de stiksteek. Stiksteken worden meestal gebruikt voor omtrek of tekst. Als er op het patroon een rechte lijn staat, dan is een stiksteek vereist.